De provincie heeft een oppervlakte van 10.000 km2 en telt ongeveer 480.000 inwoners. De hoofdstad van de provincie Huelva is de gelijknamige stad Huelva.
Huelva is de meest westelijke provincie van Andalusië, grenst aan Portugal en wordt weinig bezocht. Toch heeft deze provincie zowel op landschappelijk als op cultureel gebied veel te bieden. Het hele jaar door heerst er een heerlijk klimaat met zachte winters en niet al te hete zomers.
De kust van Huelva loopt van Ayamonte, bij de grens met Portugal, tot aan de monding van de Guadalquivir bij de provinciegrens met Cádiz. Het is een deel van de Costa de la Luz (Kust van het Licht), zo genoemd omdat het zonlicht er intens fel is. De kust is vlak. De stranden zijn breed en bestaan uit wit fijn zand. Dit kustgedeelte is veel stiller dan de Costa del Sol.
In het binnenland ligt het belangrijkste natuurpark, het Nationaal park Doñana, een natuurgebied van ruim 100.000 hectare. Hier komen grote aantallen trekvogels naar toe, van eenden en ganzen tot ooievaars en lepelaars. Tevens vindt men in het park onder andere adelaars, gieren, flamingo's, herten, wilde zwijnen en lynxen. Men vindt er stranden, vaste en wandelende duinen, zoute en zoete moerassen en droge wallen. Een ander bekend natuurpark is de Sierra de Aracena y Picos de Aroche, een laag berggebied met kleine witte dorpen en overal citrusboomgaarden en eikenbossen met een lage ondergroei en grasland.
Op cultureel gebied vindt men in Huelva een aantal plaatsen die te maken hebben gehad met de ontdekkingsreizen van Columbus naar Amerika en vindt men, aan de rand van het Nationaal Park, het dorp El Rocío waar elk jaar met Pinksteren honderdduizenden pelgrims uit heel Spanje naar toe komen om de Virgen del Rocío te eren.