De provincie heeft een oppervlakte van 8.774 km2 en telt ongeveer 585.000 inwoners, verdeeld over 102 gemeenten. De hoofdstad van de provincie Almería is de gelijknamige stad Almería.
Almería is één van de minder bekende gebieden van Andalusië maar wel de warmste provincie van Spanje. Het binnenland bestaat uit een maanachtig landschap van woestijnen, heuvels van zandsteen en droge rivierbeddingen. Omdat het woestijnlandschap, ook qua klimaat, lijkt op het landschap in het zuidwesten van de Verenigde Staten zijn er in de jaren 60 van de 20ste eeuw vele spaghetti westerns opgenomen. In de omgeving van Tabernas zijn enkele western-steden gebouwd.
Door de droogte en de beperkte toeristische infrastructuur zijn de kustgebieden nog redelijk onbedorven hoewel er ten westen van Almería, in Adra, Roquetas de Mar en Aguadulce ook behoorlijk drukke toeristencentra beginnen te ontstaan. Aan de oostkant is het echter veel rustiger en vindt men bijvoorbeeld binnen het natuurpark van Cabo de Gata vele kleine, aantrekkelijke dorpen met stranden waar men weinig bezoekers zal tegenkomen. In het 29.000 ha grote natuurgebied vindt men reusachtige klippen van vulkanisch gesteente, zandduinen, zoutvlakten, kleine besloten inhammen en een paar eenzame vissersdorpjes. In dit gebied van kale schoonheid rusten duizenden trekvogels op hun tocht van en naar Afrika.
Almería was in de Moorse periode een bloeiende havenstad en heeft, daar waar de Moren hun grootste kasteel "de Alcazaba" bouwden, eeuwenlang een kwakkelend bestaan geleid maar door een nieuwe vorm van landbouw "plasticultura" werd het weer nieuw leven ingeblazen. Plasticultura zijn plastic kassen die grote gedeelten van het gebied rond Almería bedekken en er worden het hele jaar door tomaten, paprika's, komkommers, aardbeien, bloemen etc. geproduceerd. In verband met de hitte in de zomer zijn het voor- en najaar de beste momenten voor een bezoek aan de kassen.