De provincie heeft een oppervlakte van 7.385 km2 en telt ongeveer 1,1 miljoen inwoners. De hoofdstad van de provincie Cádiz is de gelijknamige stad Cádiz.
Cádiz heeft het hele jaar door een heerlijk klimaat met zachte winters en niet al te hete zomers.
De provincie Cádiz is vooral bekend door de witte dorpen en ligt met haar stranden zowel aan de Atlantische Oceaan als aan de Middellandse Zee. Vooral de Costa de la Luz is bekend om zijn kilometers lange stranden van fijn zand, soms onderbroken door kliffen en rotsen met mooie baaitjes.
Buiten de zomermaanden is het er rustig en in de zomermaanden wordt het gebied vooral door Spanjaarden druk bezocht. Een probleem aan de kusten daar is dat het er vrijwel altijd waait en dat het zwemmen daardoor bemoeilijkt wordt.
In de bergketen van Grazalema bevindt zich El Pinsapar, een natuurreservaat dat, in tegenstelling tot de rest van de provincie, één van de grootste jaarlijkse hoeveelheden neerslag van Spanje kent. In het zuiden bevindt zich Campo de Gibraltar, een gebied met onder meer de volgende plaatsen: Algeciras, La Línea de la Concepción, San Roque en Tarifa.
Er is een grote verscheidenheid aan landschappen: de kustgebieden, het vlakke landbouwgebied in het westen, het glooiende en heuvelachtige gebied rond Gibraltar en het ruige berggebied in het binnenland. Er zijn een aantal natuurparken o.a. de Sierra de Grazalema, de Alcornocales, het randgebied van Doñana en het gebied tussen Barbate en Caños de Meca.
De 'witte dorpen' zijn zeker een bezoek meer dan waard en Arcos de la Frontera, gelegen op een heuveltop en met een weids uitzicht over de omliggende vlakten is de grootste van de 'witte dorpen'. De bakermat van de sherry is de provincie Cádiz en in het bijzonder Jerez de la Frontera.