Wandelen/informatie Griekenland: Egeïsche eilanden - Thássos. |
Thássos is gelegen in het uiterste noorden van de Egeïsche Zee, even ten zuiden van de kustplaats Kavala.
Het eiland is 398 km² groot, heeft ongeveer 16,500 inwoners.
Thássos is mooi bergachtig eiland met veel natuurschoon en een overdadige begroeiing van olijven, platanen, ceders
en lage struiken die het eiland een groen aanzien geven.
Aan de kust bevinden zich vele vissersdorpjes, vaak met fraaie zandstranden.
De hoofdstad van het eiland is de havenplaats Limenas, vaak ook wel Thássos genoemd waar de veerboten uit o.a. Kavala
aanleggen. De smalle straatjes, de kleine taveernes en de vele toeristenwinkeltjes rond de haven zijn het eerste
wat de toeristen zien als ze met de boot aankomen want het eiland heeft geen eigen luchthaven.
Bij de haven bevindt zich de archeologische vindplaats van het antieke Thassos met een oude theater, antieke gebouwen,
versierde poorten en de heiligdommen van Artemis, Dionysos, Poseidon en Herakles. De belangrijkste vondsten zijn in het
plaatselijke museum te vinden.
Rondom Limenas liggen verschillende fraaie stranden zoals het pittoreske strand van Glyfada en het fraaie strand bij
Skala Rachonio.
Het even verderop gelegen Makryammos is erg toeristisch met vele hotels en een prachtig wit strand. Bij Panagia ligt één
van de mooiste stranden van het eiland, Chrysi Ammoudia. Panagia zelf is een zeer schilderachtig dorpje met traditionele
Macedonische huisjes.
Limenariais is een echt toeristencentrum geworden dankzij de vele stranden in de omgeving. Maar ook in Potos is vooral
rond de haven het toeristme tot ontwikkeling gekomen.
Het dorpje Theologos is één van de oudste maar tevens ook één van de mooiste dorpen op het eiland.
De bevolking leeft van het winnen van ijzer, koperen en marmer terwijl ook de visserij nog een rol speelt maar een nieuwe
voorname bron van inkomsten is het toerisme. De noordelijke ligging is er oorzaak van dat de zomers hier koeler zijn
dan op zuidelijker gelegen eilanden en dat er echte winters bestaan met sneeuw vanaf het vasteland.
In de Oudheid stond Thásos bekend om zijn rijkdom aan goud en marmer en die bodemschatten lokten allerlei kolonisten,
waaronder die van Paros in de 7e eeuw v.Chr.
Zij bouwden het eiland op tot een economische macht die in de 6e eeuw op het toppunt van zijn bloei stond.
Na de Perzische oorlogen werd Thásos, als lid van de Delisch-Attische Zeebond, een Atheense vazalstaat.
Het in de 4e eeuw Macedonisch geworden eiland werd in de Romeinse tijd een belangrijke marmer- en wijnexporteur,
ook in de Byzantijnse tijd was het eiland welvarend. Steeds vaker echter werd het eiland doelwit van invallen door piraten en
zeerovers. In 1459 werd het eiland door de Turken veroverd, die er bleven tot
1912, toen Thásos werd weer toegewezen aan Griekenland.