In het westen van de Egeïsche Zee liggen een tweetal grote baaien; de Saronische Golf en de Argolische Golf.
De grotere Saronische Golf is genoemd naar koning Saros van Troizen en in de Golf liggen vier grote en talrijke kleine eilanden, de vier grotere eilanden zijn Salamina, Aegina, Agistri en Poros.
De hoofdstad Athene en de belangrijke havenplaats Pireas liggen in het noordoosten van de Saronische Golf terwijl in het noordwesten de Saronische Golf door het Kanaal van Korinthe in verbinding staat met de Golf van Korinthe. In het zuiden grenst de Saronische Golf aan het schiereiland Argolis, een provincie van de Peloponnesos.

Ten zuiden van het schiereiland Argolis en aan de oostkant van de Peloponnesos ligt de Argolische Golf met eveneens talrijke kleine en grotere eilanden maar het bekendste eiland is Spetses.
De bekende havenstad Nafplio en badplaats Tolo liggen in het noorden van de Argolische Golf.
Ten oosten van het schiereiland Argolis, op de grens van de Argolische- en de Saronische Golf, liggen de eilanden Hydra (Idra) en Dokos.

Zowel aan de Argolische- als aan de Saronische Golf liggen tal van kleine vissersplaatsjes terwijl landinwaarts vele historische opgravingen, tempels en Byzantijnse kastelen te vinden zijn.
In dit gebied heerst altijd wel een redelijke zuidoostelijke wind die in de avond vaak gaat liggen maar als de bekende Meltemi in de Egeïsche Zee waait komt de wind uit het noordoosten.
De regelmatige bootverbindingen tussen de eilanden hebben er vooral de laatste jaren toe geleid dat het toerisme in deze archipel sterk tot ontwikkeling is gekomen. Vooral in het weekend zijn de eilanden een geliefd toevluchtsoord voor de inwoners uit Athene.