Het midden in de Saronische Golf gelegen Aegina, ook wel Egina genaamd, is ongeveer 85km2 groot, heeft ongeveer 13.500 inwoners en is een geliefd doel voor de inwoners van het nabij gelegen Athene en Piraeus.
Het eiland Aegina ligt niet ver van Athene en Piraeus, bestaat uit veel vulkanisch gesteente, mergel en krijt, is rijk aan natuurschoon en heeft een heldere atmosfeer en een gezond klimaat.
Door de vele baaien zijn er veel mogelijkheden voor watersport, verder groeien er op Aegina door het Zuideuropese klimaat veel olijven, pistaches, druiven, amandelen, vijgen en citrusvruchten.
De hoofdstad van het eiland, Aegina, ligt op de plek van de oude antieke stad Aigina, heeft een haven en bezit een fraaie witte kerk, de Agios Nikolaos.
Palaeohora was in de middeleeuwen de hoofdplaats van dit eiland maar deze oude hoofdstad is nu vervallen en verlaten, tussen het groen en tussen de vele olijfbosjes staan nog een tiental oude wit gekalkte kerken en kapellen.
De belangrijke archeologische plaatsen op het eiland liggen aan de zuidoostzijde bij de Oros, de hoogste berg van het eiland (535m).
Vanaf de top heeft men een prachtig uitzicht, bij Pachiarachi-Sphyrichtres begint de bestijging via een steil pad naar de top. Aan de noordoostkust, bij de kaap van Aghia Marina, ligt het heiligdom van Aphaia, de oude Dorische tempel is prachtig gelegen op de top van een bosrijke heuvel. Aan de westkust bij de stad Kolona liggen de resten van een oude Apollo tempel.
Volgens de mythe zouden er oorspronkelijk op Aegina geen mensen hebben gewoond maar Zeus bracht zijn geliefde Aegina, de mooie dochter van de riviergod Asopos, naar dit verlaten eiland in de Saronische Golf dat toen nog Oinone heette; pas later werd het eiland vernoemd naar Aegina. De koning der goden veranderde uit liefde voor het eiland alle mieren van het eiland in mensen.