Wandelen/informatie Fuerteventura: Noorden |
In het noorden van Fuerteventura ligt de moderne badplaats Corralejo waar vele bungalowparken en hotels de stad overheersen, 's avond is
er veel vertier en een gezellige drukte. Blikvanger van de stad is de Montana San Rafael, een 271 meter hoge vulkaan.
Aan de zuidoostkant van de stad ligt het zeer uitgebreide duingebied van El Jable met zijn tientallen meters hoge duinen die direct
tot aan het strand doorlopen. Omdat de wind deze duinen nogal eens veranderd, worden dit ook wel de wandelduinen genoemd.
Voor de kust van Corralejo ligt het kleine eilandje Isla de las Lobos, het eiland staat als Parque Natural, volledig onder beheer
van Natuurbeheer en is zeker de moeite waard om te bezoeken, in ongeveer 2 uur kan men dit eiland van vulkanische oorsprong
rondlopen.
De noordwestelijke kusten van Fuerteventura zijn zeer geliefd bij de surfers, hier ligt ook El Cotillo, een klein vissersdorp met een zeer
schilderachtige haven. De plaats heeft ook een indrukwekkende uit zwart lavagesteente gemetselde vestingtoren, langs de kusten staan
nog enkele oude vuurtorens. Bij Punta de Toston, staat de grote nieuwe vuurtoren.
De kusten zijn ruig met vele kliffen, aan de oostkust vaak rotsachtig, maar aan de westkust liggen tussen deze kliffen vele fraaie zandstranden
waarvan playa's bij het Parque Natural de Corralejo wel de grootste en de mooiste zijn.
In Lajares, langs de weg naar La Oliva, staat één van de mooiste windmolens van het eiland. Tegenover de molen staat nog een oude houten
molen. La Oliva is een kleine stad gelegen in een landbouwgebied en in de stad ligt een fraaie kerk, de Nuestre Senora de Candeleria en de Casa de
los Coroneles, het Huis van de Kolonels. Dit typische herenhuis met 40 kamers en zijn fraaie balkons is één van de bekendste bouwwerken van het eiland.
Bij Tefia staan veel windmolens die het water naar de akkers pompen en even verderop in het binnenland ligt het stuwmeer Embalse de
Molinos. Aan de kust ligt het idyllische Puerto de los Molinos, misschien wel het kleinste vissersdorpje van het eiland.
De binnenlanden in het noorden zijn verder ruw, ruig en onherbergzaam, de vele vulkaankegels en steenwoestijnen, Malpais genaamd, maken de grond
onontginbaar. Bij Tindaya ligt de bekenste vulkaankegel de heilige berg, Montana Tindaya, 395 meter hoog. Op de top heeft men een geweldig uitzicht
over het eiland en bij goed zicht kan men soms de andere eilanden zien.