Wandelen/informatie Griekenland: Thessalië. |
Thessalië is een provincie in Midden-Griekenland, wordt in het noorden door Macedonië begrensd, in het zuiden door
Sterea Ellada, in het westen door Epirus en in het oosten door de Egeïsche Zee.
De provincie Thessalië bestaat uit een viertal districten, Karditsa, Larissa, Magnissia en Trikala.
De uitgestrekte laagvlakte van Thessalië, waar de rivier de Pinios doorheen loopt, domineert het centrale deel van
Griekenland.
Archeologen hebben vele overblijfselen en fundamenten van nederzettingen en heiligdommen van onschatbare waarde aan
het licht gebracht, ze zijn de stille getuigen van de oeroude en rijke geschiedenis van de streek.
De eeuwenlange Turkse overheersing heeft ook hier zijn sporen nagelaten, voornamelijk het ontstaan van kleine afgelegen
en moeilijk te bereiken dorpjes en gehuchten in de bergen waar de bewoners hun toevlucht zochten dateren uit die jaren.
De adembenemende rotsen van Meteora met kloosters erop gebouwd zijn een uniek verschijnsel en vormen een belangrijke
trekpleister in deze streek en de vallei van Tempi vormt met zijn prachtige natuurschoon een ander hoogtepunt.
Andere bezienswaardigheden zijn de haven van Volos en de schilderachtige dorpjes op het bergachtige schiereiland van
de Pilios en zowel in de winter als in de zomer is Thessalië vooral voor natuuraanbidders een ideale
vakantiebestemming.
In de Oudheid was Thessalië beroemd om de paarden die er werden gefokt en tegenwoordig om de grote landbouwkundige
bijdrage. Het vlakke tot zacht glooiend hart van de provincie staat bekend als de 'korenschuur van Griekenland' met zijn
uitgestrekte koren- en katoenvelden die worden omgeven door grote bergmassieven zoals de Pindos, Othris, Pilio, Ossa en
Olympos. Sommige bergtoppen bereiken zelfs een hoogte van 2450 m en zijn voor een groot deel van het jaar met
sneeuw bedekt. Deze ligging heeft een landklimaat tot gevolg met hete zomers en strenge winters.
Het land, dat in de laatste periode van de Steentijd al bewoond was, kwam omstreeks 1500 v.Chr. voor het eerst in
de schijnwerpers van de geschiedenis te staan. Lolkos, de voorganger van Volos en de woonplaats van Jason van de
Argonautensage, was een centrum van Mykeense beschaving. In het jaar 342 v. Chr. werd Thessalië veroverd door
Filippos II van Macedonië, in 275 v. Chr. kwam het onder de heerschappij van Pyrrhos, de koning van Epiros en
in 197 v.Chr. namen de Romeinen het in bezit. In de 12e eeuw was Thessalië als 'Groot Walachije' het centrum van
een Bulgaars-Walachijsch koninkrijk; in 1389 werd het door de Turken veroverd. De aansluiting bij Griekenland kwam
pas tussen 1878 en 1913 tot stand.
De 'zetel der Goden', het hoge Olympusgebergte (top 2917 m), vormt de grens van Thessalië en Macedonië. Het
Nationale Park van dit massief bestaat uit beboste hellingen met beuken en naaldbomen en fraaie vegetatie tussen de
vele spelonken en kloven.
Kronkelende wegen leiden langs indrukwekkende ravijnen, vruchtbare rivierdalen, een groot stuwmeer en door de twee
Nationale Parken (Parnassos en Lti Oïti).
Rustgevend en groen is het berglandschap van het Piliongebergte op de smalle landtong ten oosten van Volos.
Aan de kust van de Egeïsche Zee en bij het dal bij Amfissa veranderd het beeld en wordt in beslag genomen door
uitgestrekte olijfboomgaarden.