Gran Canaria is één van de Canarische Eilanden van de eilandengroep in de Atlantische Oceaan ten westen van Afrika, gelegen op ongeveer dezelfde hoogte als Marokko.
Gran Canaria is na Tenerife en Fuerteventura het derde eiland in grootte van de Canarische Eilanden en is ruwweg rond van vorm en meet van noord naar zuid ca. 55 kilometer terwijl de maximale breedte ongeveer 49 kilometer bedraagt. De totale oppervlakte van het cirkelvormige eiland is 1532 km2 en het eiland heeft ongeveer 750.000 inwoners.
Gran Canaria is van vulkanische oorsprong en is ontstaan als gevolg van erupties op de oceaanbodem. De vulkanen op het eiland werken waarschijnlijk niet meer, de laatste uitbarsting dateert alweer van ca. 1000 jaar v.Chr.
De oudste inwoners van het eiland waren de Gaunches. Ze woonden in natuurlijke grotten en grotwoningen die nog op verschillende plekken op het eiland zijn te vinden. Toen de Spanjaarden in 1478 op het eiland landden was het snel gedaan met dit volk.
Gran Canaria kent een grote verscheidenheid aan landschappen zoals vlaktes met woestijnzand, woeste bergen, rotsplateaus, hoge grillige zwarte kliffen maar ook groene akkers, vulkanen, zandstranden, beboste valleien en lavavelden. Het noorden is veel groener en vruchtbaarder dan het droge en kale zuiden. Tussen het noorden en het zuiden ligt, in het centrum, een berglandschap waardoor er in het noorden veel meer regen valt dan in het zuiden.
Gran Canaria is vooral in het binnenland zeer bergachtig met toppen tot bijna 2000 meter hoogte, de hoogste top is de Pozo de las Nievas (1949 meter) gelegen in het centrale Cumbre-bergmassief. De bekenste rotspunten in dit berggebied zijn de Roque Nublo en Roque Bentaiga. Beide rotspunten waren voor de Guanches een heilige plek. Bekenste bergdorpjes zijn Antenara, Tejeda, San Bartelomé en Santa Lucia.
In het zuiden liggen de bekende toeristengebieden die beginnen bij San Agustin en lopen met een bocht langs de zuidkust naar Puerto de Mogan. De bekenste plaatsen zijn hier Playa del Ingles en Maspalomas.