Macedonië is het noordelijkste district van het Griekse vasteland, beslaat een oppervlakte van 34.500 km² en heeft een inwoneraantal van ongeveer 2.3 miljoen.
Volgens internationale afspraken heeft alleen deze provincie het recht om de naam Macedonië te voeren. De voorheen tot Joegoslavië behorende staat Macedonië met Skopje als hoofdstad heet officieel Former Yugoslavian Republic of Macedonia. De streek kent een ongerept en gevarieerd natuurschoon. Met pijnbomen en populieren bedekte hellingen worden afgewisseld door steppeachtige heuvelland, koren- en graanvelden.
In Macedonië rijdt u langs hoge bergen, door vruchtbare rivierdalen, langs grote meren en vlakten met landbouw, katoen- en tabaksteelt (monding rivier Axios en nabij Kozani) aan. Met name het Griekse Nationale Park Limni Mikri Prespa is heel mooi. Er komen veel soorten watervogels voor, bijvoorbeeld pelikanen en lepelaars, en bijzondere zoogdieren, zoals wolven en beren. Epirus lijkt op het eerste gezicht ruig en ruw door de indrukwekkende bergen. Maar wie door de streek Zagoria naar het noorden trekt ontdekt een ongekende schoonheid. Hier ligt onder meer het Nationale Park Vikos, waar behalve zeldzame flora en fauna, ook de Vikos-kloof te vinden is. De noordelijke oevers van de Amvrakikos Golf nabij Arta is een beschermde broedplaats voor vogels. Verscholen liggen mooie (druipsteen) grotten, bijvoorbeeld bij Perama en Maronia.
Macedonië, het gebied rond Thessaloniki, een belangrijk industrieel centrum, alsmede het toeristisch belangrijke schiereiland Chalkidiki. De industrie van Thessaloniki is gebaseerd op textiel, chemie en de verwerking van landbouwproducten; Macedonië het land van waaruit 2300 jaar geleden wereldgeschiedenis werd gemaakt. De toenmalige heerser, Filippos II en diens zoon, Alexander de Grote, hadden een wereldrijk veroverd dat van de Ionische Zee tot aan de Himalaja reikte. Geheel Griekenland behoorde ertoe. Toch zijn de Hellenen van het vasteland nooit opgegaan in het volk van Macedonië. Tegenwoordig is dit verre verleden alleen nog terug te vinden in stenen getuigenissen en hier en daar in kleine verschillen tussen deze twee volken.
Na vele gebeurtenissen die in de loop der eeuwen plaatsvonden,werd de streek Macedonië, na de Balkanoorlogen van 1912 en 1913, die een eind aan de Turkse overheersing maakten opgedeeld. Griekenland kreeg met 35.000 km² meer dan de helft; bijna een derde deel ging naar het Joegoslavische Servië; een nog kleiner deel naar Bulgarije en tot slot kreeg Albanië nog een klein hoekje. Sinds 1923 heeft het Griekse Macedonië een bijna zuiver Griekse bevolking en de omvang van het gebied komt ongeveer overeen met het koninkrijk Macedonië ten tijde van Alexander de Grote.
Werd dit gebied tot het midden van onze eeuw nog als cultureel onderontwikkeld beschouwd, nu is dat volledig achterhaald. Machtige, majestueuze bergen met dichte bossen begroeid, brede rivieren en weilanden, schilderachtige kleine dalen en steeds weer uitgestrekte vlakten met katoen-, maïs-, rijst- en tabaksvelden en akkers met meloenen en suikerbieten. Macedonië is afgezien van het gebied rond Athene de vruchtbaarste en meest ontwikkelde en vooruitstrevende landstreek van het land. Macedonië is de voedingsbodem en de graanschuur van Griekenland. Pella, de voormalige hoofdstad van het Macedonische koninkrijk, waar Alexander de Grote' werd geboren.