Home LAW/Streekpaden/etc. Wandelingen Nederland Reizen Buitenland GPS-tracks

Wandelen/informatie Griekenland: Attika.

Attika, waarin de hoofdstad Athene is gelegen, is het historische hart van Griekenland, het omvat het grote zuidoostelijke schiereiland van het vasteland waarvan de uiterste punt, Kaap Sounio, in de Egeïsche Zee steekt.
Het schiereiland grenst in het oosten aan de Egeïsche Zee en in het zuidwesten aan de Saronische Golf. Het landschap is grillig van vorm en wordt door verscheidene berggroepen bepaald, ten noorden van Athene verheft zich de Parnes (1413 m), ten noordoosten de Pendeli (1107 m) en ten zuidoosten de Imitos (1026 m).
Het gebied telt ook vier vlakten: de kustvlakte van Athene,de Thriasische vlakte van Elefsina, het vlakke land van de Messogia en het kleine kustbekken van Marathonas.
Hoewel Attika het kleinste district van het vasteland is, biedt het een aangename afwisseling aan natuurschoon, een gedeelte in het noorden heeft groene weilanden met grazende paarden en uitgestrekt graan- en katoenvelden worden doorsneden door kanaaltjes en omgeven door dijken. Ten oosten hiervan liggen twee flinke binnenmeren.
In zuidelijke richting heeft het deels met sparren en naaldbomen beboste, deels schaars begroeide berglandschap de overhand. Tussen het Parnitha en het Pendeli massief ligt een vruchtbare vlakte met overwegend druiventeelt. De dam van het stuwmeer Marathona is, als enige ter wereld, geheel gemaakt van marmer.
De geschiedenis van Attika gaat terug tot in de laatste periode van de Steentijd, in de Mykeense tijd was het land verdeeld in verscheidene vorstendommen die na het jaar 1000 voor Christus zich aaneensloten tot een politieke eenheid onder leiding van Athene.
De godin van de wijsheid en de strijd heeft zich gevormd in het hoofd van de oppergod Zeus. Pas toen deze zijn hoofd liet opensplijten kwam zij tevoorschijn: Pallas Athene, en de hoofdstad van Griekenland werd naar haar genoemd. De macht van Athene is door de eeuwen heen misschien niet altijd het grootst, maar wel immer aanwezig geweest, uiteindelijk ontstond hier de democratie.
De belangrijkste steden zijn:

Athene
De hoofdstad van Griekenland, het is een echte metropolis, naar alle kanten heeft de stadsbebouwing zich uitgestrekt om de meer dan 4 miljoen inwoners, een derde van de Grieken, te huisvesten. Naast hoofdstad is Athene ook het economische middelpunt van het land, wie zakelijk in Griekenland wil meetellen, heeft een hoofdkantoor of ten minste een vertegenwoordiging in de stad. Alle rederijen hebben kantoren in Piraeus, de havenstad die tegen Athene is aangebouwd, tevens heeft Athene twee vliegvelden.
De stad is genoemd naar de godin Pallas Athene, in vroegere tijden ook de patroon van de stad. De tempel Parthenon op de Akropolis, het beroemdste monument van de stad, is ter ere van haar. De Akropolis wordt omgeven door een uitgestrekt opgravingsterrein met goed bewaarde theaters aan de zuidkant en aan de noordwestkant de Agora, het regeringscentrum in de klassieke tijd. Ten noorden van de Akropolis ligt de Pláka, nu een geheel op het toerisme gerichte wijk, maar in de Byzantijnse en Turkse periode de plaats waar de Atheense bevolking woonde. Ten noorden daarvan ligt het in de 19de eeuw tot stand gekomen stadscentrum met zijn indrukwekkende brede straten en grote pleinen.
Eén van de ongewenste verschijnselen van Athene is de smog, de smerige laag die vaak boven de stad hangt en afkomstig is van de industrie en het autoverkeer.
In 1896 vinden in Athene de eerste moderne Olympische Spelen plaats. De marathon, een hardloopwedstrijd over 42 kilometer en 195 meter, is ontstaan vanuit een legende rond de slag bij Marathon. Na deze slag zou de boodschapper Pheidippides de 40 kilometer van het plaatsje Marathon naar de stad Athene rennend hebben afgelegd, om zo de overwinning van het Atheense leger te kunnen overbrengen.

Kifissiá
Kifissiá ligt in de omgeving van Athene en pendelische pijnbomen vormen het decor van Kifissiá. Het is hier 's zomers dan ook 10 graden koeler dan in de Atheense braadpan, dit door zijn bekoorlijke ligging tussen de dennenbossen en dit maakt het een populair zomerverblijfplaats. Zo bouwden in de 19de eeuw de Atheense bourgeoisie hier haar zomervilla's. Hun invloedrijke nakomelingen zoeken het nog steeds hogerop, wat betekent dat de statige villa's meer en meer omsingeld worden door allerlei moderne snufjes.

Lavrio
Dit stadje heeft een inwoneraantal van ongeveer 3100 en is een belangrijk vertrekpunt van ferries. Lávrio is een industriestadje en is genoemd naar het antieke district Laurion, eens het centrum van de Attische zilvermijnen en een belangrijke pijler van de Atheense macht. De mijnen behoorden toe aan de staat. Die verhuurde ze ter exploitatie aan particulieren. Daarbij werd vrijwel uitsluitend gebruikgemaakt van slavenarbeid. Deze slaven was meestal geen lang leven beschoren.
De zilvermijnen zijn allang uitgeput, maar de sporen van de eeuwenlange mijnbouw zijn overal in het landschap terug je vinden. Tegenwoordig wordt er cadmium en mangaan gedolven. In het onaantrekkelijke industriestadje bouwde de Griekse overheid in 1949 een kamp voor vluchtelingen uit het Oostblok. Sinds de perestrojka is het vooral een doorgangskamp van Irakese en Turkse Koerden.

Piraeus (Pireas)
Piraeus, met diverse spellingen, zoals Piraeus, Piraea en Pireas, is de havenplaats bij Athene. Het is al millennia een zeer belangrijke Griekse havenplaats, terwijl Athene ongeveer zes kilometer landinwaarts ligt, dus wat veiliger voor directe aanvallen vanuit de zee. In de loop der jaren zijn Athene en Pireus overigens tegen elkaar aangegroeid. Het is van oudsher de haven van Athene en tegenwoordig de belangrijkste haven van Griekenland. Het is tevens het belangrijkste industriecentrum van het land en telt meer dan 100 fabrieken, rederijen, raffinaderijen, werven en andere grote bedrijven. Tussen Pireas en het daarmee samengegroeide Athene rijdt een (voor een deel ondergrondse) sneltram.
Het eigenlijke Pireas ligt op een rotsachtig schiereiland. De rug van deze rots deelt de stad in tweeën; in het noordwesten liggen de industrieën en de hoofdhaven; in het zuidoosten liggen de aardige jachthavens Zea en Mikrolimano. Het was Themistokles die aan het begin van de 5de eeuw v.Chr. het startsein gaf voor de ontwikkeling van Piraeus tot een handelsbastion. Het hele schiereiland werd ommuurd en alle haveningangen gefortificeerd. Van de door Konon in de 4de eeuw herbouwde muur van Themistokles zijn met name tussen Zéa en het marine-etablissement heel wat stukken te zien. Dat geldt niet voor de lange muren die Athene ooit met Piraeus verbonden. Daarvan zijn alleen als u tijdens de metrorit heel goed oplet nog enkele fragmenten te zien.
Toen Athene in 1834 opnieuw hoofdstad werd, stond er in Piraeus nauwelijks een huis overeind, maar in 1840 woonden er alweer 4000 mensen en daarna ging de groei steeds sneller. Op basis van het antieke Hippodamische stratenplan herwon de havenstad langzaam maar zeker haar antieke belang. In 1907 telde de havenstad al weer 75.000 inwoners. Dat getal verdrievoudigde zich door de bevolkingsuitwisseling van 1923. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de havenstad meermalen gebombardeerd. Nu is Piraeus met zijn buitenwijken het industriële hart van Griekenland en verwerkt het meer dan de helft van de Griekse in- en uitvoer.

Rafina
Rafina is een aantrekkelijke haven- en badplaats aan de oostkust van Attika van waaruit talrijke bootverbindingen worden onderhouden met de eilanden Evia, Andros, Tinos en Siros Ten noordwesten van Rafina ligt het bezienswaardige klooster Daou Pendeli. Dit in de 12de eeuw gestichte en in de 16de eeuw vernieuwde grote klooster is een architectonische rariteit. Het bezit onder andere zes verschillende koepels.