De Belgische provincie Limburg ligt, op de kaart gezien, naast onze eigen provincie Limburg.
De provincie Limburg is één van de vijf provincies van het Vlaams Gewest en de hoofdstad is Hasselt. Sinds het vastleggen van de taalgrens in 1963 ligt de gemeente Voeren (Voerstreek), geografisch geïsoleerd van de rest van de provincie en als een exclave ingeklemd tussen Luik en Nederlands - Limburg. Het logo van de provincie is het Limburgsymbool, voorgesteld door een rood hart op een witte achtergrond.

Topografie
De provincie grenst aan vijf andere provincies en dat zijn de Nederlandse provincie Noord-Brabant, de Nederlandse provincie Limburg, Luik, Vlaams-Brabant en Antwerpen. Het hoogste punt van de provincie (en van Vlaanderen ligt in Remersdaal (287,5 m), het op één na hoogste punt is de "Galgenboom" van Millen (Riemst) (151 m). De provincie bestaat uit vier landstreken; de Voerstreek, Haspengouw, het Maasland en de Kempen. En allen strekken zich uit buiten de provinciegrenzen.

Hydrografie
Stroomgebied van de Maas.
De Jeker ontspringt in het provinciale grensgebied van Limburg en Luik en slingert zich langs de taalgrens. In het Vlaamse Gewest Lauw stoomt de Jeker binnen gaat vervolgens 16.5 km over Tongers grondgebied. In Glons steekt ze de taalgrens over naar Waalse bodem. In Kanne wordt de Jeker weer Vlaams en stroomt ze door een sifon onder het Albertkanaal naar Nederlands Limburg (om daar uit te monden in de Maastrichtse Maas).
De Voer ontspringt nabij de Commanderij van Sint-Pieters-Voeren Zowel de Voerstreek, de gemeente Voeren en de plaatsen 's-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren en Sint-Pieters-Voeren hebben hun naam aan deze beek te danken. De Voer heeft drie zijrivieren: de Veurs, de Noorbeek, de Beek. Net over de grens met Nederland in Laag-Caestert stroomt de Voer in de Maas. De Berwijn is een zijrivier van de Maas. De Maas zelf komt de provincie "binnen" vlakbij Kanne (bij Riemst). Ze vormt hier de grens tussen Belgisch Limburg en Nederlands Limburg. Dit gedeelte van de Maas staat bekend als de Grensmaas en ligt tussen Eijsden-Maastricht en Smeermaas-Kessenich. De Maas meandert er veel en is ten gunste van de scheepvaart vervangen door het laterale kanaal Zuid-Willemsvaart. De Maas zet bij dat meanderen maar ook tijdens overstromingen, veel grind af wat een grootschalige ontginning - en ontgronding op gang heeft gebracht. De uitgestrekte Maasplassen zijn daar een duidelijk gevolg van. Na Maaseik is de rivier weer bevaarbaar en zo 'n 5 km verder stroomt ze Nederlands gebied binnen. Dan is er nog de Dommel waarvan de bron zich op het Kempens Plateau bij het gehucht Wauberg in de gemeente Peer bevindt. Dit riviertje stroomt via Overpelt en Neerpelt richting Nederlandse grens.

Stroomgebied van de Schelde
Zowel de Gete, de Velp (te Zelk) en de Herk monden allen uit in de Demer in de fusiegemeente Halen. De Gete en de Velp stromen zeer kort door de provincie en komen vanuit Budingen (Gete) en Webbekom (Velp), buurgemeenten van Halen. De Herk vindt haar oorsprong in Rukkelingen-Loon, vlakbij de grens met de provincie Luik en ontleent haar naam aan Herk-de-Stad en aan Sint-Lambrechts-Herk. Ook de plaatsen Wellen, Alken en Stevoort liggen aan haar oevers. De Demer ontspringt te Ketsingen, een gehucht in het oosten van Tongeren. De rivier stroomt vervolgens naar het noorden en buigt te Bilzen af naar het westen. Via Hasselt, Lummen en Diest stroomt ze naar Zichem (Vlaams-Brabant) waar ze de provincie verlaat. Ook de Grote Nete vlakbij Hechtel-Eksel in Limburg, ontspringt hier maar de rivier verlaat de provincie vrij snel richting Balen in de provincie Antwerpen. Ook de Molse Nete (die later in de Grote Nete uitmondt) ontspringt in de provincie, vlakbij Lommel en verlaat het provinciaal territorium eveneens vrij snel richting Balen.

Talen
De officiële taal is Nederlands. Tegen de taalgrens liggen echter de faciliteitengemeenten Herstappe en Voeren waar Franstaligen ook in hun eigen taal terecht kunnen.
In de provincie worden een aantal dialecten van het Limburgs gesproken. Zowel Belgisch Limburg als Nederlands Limburg kenmerken zich door een duidelijke eigen identiteit die onder andere bestaat uit een eigen streektaal, het Limburgs.